De Poolse balletdanser Vaslav Nijinski werd als kind door zijn alleenstaande moeder op balletschool geplaatst omdat zij voor hem en zijn broer en zus niet kon instaan. De jongen groeide op tot één van de beste mannelelijke balletdansers in het begin van de 20ste eeuw en werd een beroemdheid onder de vleugels van zijn Mecenas en geliefde Sergey Diaghilev, in wiens Ballets Russes hij de hoofdrollen vertolkte. Tot hij onverwacht en hals over kop huwt met de Hongaarse Romola Pulszky. Hetgeen leidt tot een complete breuk met Diaghilev die zich verraden voelde. Nijinski wordt vanaf dan uit de grote balletten geweerd.Tot in 1919 - wanneer Nijinski een solo-optreden wil gaan geven onder impuls van zijn vrouw, en waar ook een verzoening met Diaghilev in de lucht lijkt te hangen - Nijinsky geeft er een onvergetelijk spektakel, richt zich dan tot zijn publiek en zegt ' En nu is het paardje moe' ...
Van dan af keert hij zich meer en meer in zichzelf en laat het dansen voor wat het is. Vanuit dit waargebeurde gegeven beschrijft Japin deze noodlottige dag door 3 ooggetuigen van zijn entourage aan het woord te laten: zijn echtgenote, zijn huisbediende en Diaghilev.
371 blz'n
ISBN 978 90 295 7297 2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten